WE ZIJN WEER THUIS IV: de klagende Nederlander
{HP/DE TIJD, 10 januari 2003}

Na zes jaar New York keerden de journalisten Jeroen van Bergeijk en Remke de Lange terug naar Nederland. Beurtelings beschrijven ze hun verbazing over het land dat ze aantroffen.

Maar waarom ben je nou eigenlijk teruggekomen? Dat was de vraag die vrienden en kennissen beantwoord wilden zien toen wij een paar maanden geleden weer in Nederland arriveerden. Soms zat er in die vraag een beetje chauvinisme verborgen: Nederland is toch het beste land ter wereld dus waarom zou je niet terugkomen, zag je mensen stiekem denken. Maar veel vaker waren de geïnteresseerden oprecht verbaasd: waarom zou je nou naar Nederland terugkeren als je in New York, the capital of the world  tenslotte, woont? Veel van mijn Amerikaanse vrienden redeneerden precies andersom. Die vroegen de afgelopen vijf jaar: waarom ben je in godsnaam uit Amsterdam, de coolest city on earth tenslotte, weggegaan?
Onder meer verlichte Amerikaanse geesten staat Nederland bekend als het  voorbeeld van een natie waarin de zaken goed geregeld zijn. Een land waar de overheid inzake euthanasiewetgeving, het homohuwelijk en prostitutie- en softdrugsbeleid pragmatisch handelt en de burgers vrijheden hebben waar Amerikanen alleen maar van kunnen dromen. Ja, u leest het goed: Nederland als gidsland. Voor zulke mensen was het onbegrijpelijk dat ik vrijwillig in Amerika was gaan wonen.

Wij zijn nooit uit Nederland vertrokken omdat we het hier “te vol” vonden of dat er hier “teveel regeltjes” zijn, de twee grootste klachten van Nederlandse emigranten in Amerika. De lol en het avontuur waren onze motivatie. Vandaar dus dat ik altijd een min of meer trotse Nederlander ben gebleven die de voordelen van zijn vaderland nooit uit het oog heeft verloren. Terug in Nederland lijkt het weleens alsof ik de enige ben. Soms lijkt het alsof de Nederlanders die traditioneel Nederlandse waarden – liberalisme, tolerantie, solidariteit – hoogschatten tot een uitstervend ras beginnen te behoren. Je moet momenteel hard zoeken naar Nederlanders die iets positiefs over Nederland willen zeggen. Hoe beroerd het in Amerika ook gaat, de meerderheid van de Amerikanen zal tegen een ieder die het horen wil steevast roepen dat hun land het beste ter wereld is. Nederlanders hoor ik voornamelijk klagen. Waarom vraag ik me af.

Neem de gezondheidszorg. Natuurlijk zijn de wachttijden schandalig. Ondertussen heeft iedereen wel een tante of achterneef die al een jaar zit te wachten op een operatie. Maar iedereen heeft hier tenminste toegang tot betaalbare medische hulp. In Amerika vind je de beste gezondheidszorg ter wereld. Wachtlijsten bestaan er nauwelijks. Maar je moet het wel kunnen betalen. Drie van mijn kennissen in New York – hoogopgeleide mensen met een baan – konden zich geen ziektekostenverzekering veroorloven. Vijftien procent van de bevolking loopt onverzekerd rond. Voor kersverse immigranten is dat maar liefst 40 procent.
Neem het huizenprobleem. Oké, het is vervelend dat je in Amsterdam vijftien jaar moet wachten op de perfecte woning. Maar het vinden van goede, betaalbare huizen is tenminste mogelijk. In New York betekent een goedkoop appartement wonen in een slechte buurt. Het is er normaal dat je de helft van je inkomen aan huur spendeert en een appartement met een roommate deelt. Als je op ‘Friends’ afgaat is dat leuk, maar de meeste Nederlandse alleenstaande dertigers moeten er niet aan denken nog op hun beurt te moeten wachten voor de badkamer.
Neem de verzorgingstaat. Bijna een miljoen mensen in de WAO. Er valt inderdaad een hoop af te dingen op de verzorgingsstaat. Niet in de laatste plaats de mentaliteit die daardoor is ontstaan: de overheid moet voor mij zorgen. Het mooie van Amerikanen is dat ze zelfredzaam zijn. Dat ze slechts van hun overheid verwachten dat de belastingen niet te hoog zijn en het land wordt verdedigd. Voor de rest knappen ze het zelf wel op. Een bewonderenswaardige mentaliteit, maar ook een illusie. In een kapitalistische maatschappij zullen er altijd mensen buiten de boot vallen. Hoeveel mooier kan een staat worden ingericht dan dat daarmee rekening wordt gehouden. Dat niet uitsluitend het recht van de sterkste geldt. Geconfronteerd met het alternatief, neem ik de nadelen van de Nederlandse verzorgingsstaat voor lief.<\p>

Maar neem vooral de multiculturele samenleving. Ik hoor intelligente mensen openlijk over “kutmarokkanen” spreken. In de krant lees ik dagelijks over “het multiculturele drama”, op televisie hoor ik dat “de integratie is mislukt”. Het lijkt in Nederland inderdaad alsof er sprake van rassenscheiding met alle bijbehorende problemen. Toen ik bijvoorbeeld op zoek ging naar een school voor mijn zoontje in mijn wijk die voor vijftig procent uit autochtonen bestaat moest ik al snel constateren dat er slechts een keuze was tussen een ‘witte’ school waar alle yuppen hun kinderen naartoe brengen of de ‘zwarte’ school die voor meer dan zeventig procent uit allochtone kinderen bestaat. Maar als je de problemen hier vergelijkt met die van Amerika, dan moet je constateren dat wij het niet zo heel slecht doen. In Amerika zijn er ook zwarte scholen, maar het onderwijs is daar beneden alle peil. Als je kind daarop zit, zal het nooit naar de universiteit kunnen. De zwarte school uit mijn buurt krijgt voor elke ‘zwarte’ leerling twee keer zo veel geld als voor mijn allochtone zoontje. Het gevolg: een spiksplinternieuw schoolgebouw en kleine klassen. Er zijn hier achterstandsbuurten maar die zijn niet te vergelijken met de getto’s van de grote Amerikaanse steden. Als je door buurten als East New York, North St. Louis of South L.A. rijdt, dan krijg je het gevoel alsof de Apocalyps er heeft plaatsgevonden: dichtgetimmerde huizen, uitgebrande autowrakken op straat, de wegen worden niet meer onderhouden. Er zijn geen ziekenhuizen, supermarkten of banken Er is alleen armoede, werkloosheid, misdaad, drugsverslaving, uitzichtloosheid. Levensverwachting en kindersterfte zijn er te vergelijken met sommige Derde Wereld landen. Het zijn kortom buurten die door iedereen – de stadsbestuurders incluis – zijn opgegeven. Zeg wat je wilt over de Bijlmer, Kanaleneiland of de Schilderswijk maar het stadsbestuur doet in ieder geval zijn wanhopige best de buurten niet verder te laten afglijden.

Natuurlijk bestaat de spreekwoordelijke Amerikaanse melting pot goed beschouwd niet. Zelfs in New York zie je de vele etnische bevolkingsgroepen veelal in gescheiden werelden een bestaan op bouwen. Denk aan Chinatown, het Griekse Astoria of het vroegere Little Italy. Maar waarom is dat per definitie een probleem? Amerikanen lijken meestal even trots op hun Amerikaanse staatsburgerschap als op hun allochtone afkomst. Zelfs vijfde generatie immigranten hangen aan verre roots. Waarom? Omdat de etnische, culturele diversiteit van Amerika wordt gezien als een selling point. Amerika heeft zich altijd schaamteloos verrijkt met het beste en de besten uit andere culturen. Of het nu in de jaren dertig en veertig de gevluchte Duitse joden waren die wetenschap en kunst op een hoger plan brachten, of recentelijk de Pakistani en Indiërs die de werkelijke drijvende kracht achter de internetrevolutie waren. In Amerika draagt de taxichauffeur een tulband en spreekt de kruidenier om de hoek Chinees. Niemand die zich daar druk over maakt. In Nederland worden vrouwen met een hoofddoekje voor extremisten versleten en lijken we te vinden dat de integratie pas is geslaagd als iedereen zuurkool met worst eet. Nergens voor nodig. Wat Nederlanders wel nodig hebben is trots. Trots op een rechtvaardig en welvarend land waar immigranten graag een steentje aan bijdragen.

Waarom zijn we teruggekomen naar Nederland? Omdat Nederland een prima land is. De enigen die dat niet zien zijn Nederlanders.

zie ook:
Deel 1: de Nederlandse botheid
Deel 2: de Nederlander en zijn interieur
Deel 3: de Nederlander en zijn kinderen

Jeroen van Bergeijk



 
click for larger picture

  home
  wat is dit
  archief
  foto's
  webcam
  zoeken
  e-mail

  what's this
  articles
  snapshots
  search