ESQUIRE


1997

THE ODDFATHER (VINCENT "CHIN" GIGANTE):
Gek of geniaal

Wanneer Vincent 'Chin' Gigante in een rolstoel door zijn twee zonen rechtszaal 12 van de United States Federal District Court in Brooklyn wordt binnengereden, kijkt hij als een verdwaald, angstig kind om zich heen. Hij beeft. Hij ziet bleek. Zijn grijze haren zijn in een ouderwetse vetkuif over zijn hoofd gekamd. Voortdurend bewegen zijn lippen, maar er komt geen geluid uit zijn mond. Eenmaal naast zijn advocaat gezeten, staart hij met een lege blik voor zich uit. Wanneer rechter Jack Weinstein het woord tot hem richt, reageert hij niet.

De Newyorkse tabloids noemen hem The Oddfather. Sinds het eind van de jaren zeventig kunnen bewoners van de Newyorkse wijk Greenwich Village Vincent Gigante 's nachts - gekleed in pyjama, badjas en slippers - door de straten zien zwerven. Hij urineert in het openbaar. Aangesproken door passanten, reageert hij met onbegrijpelijk gebrabbel. FBI agenten volgden hem ooit naar het appartement van zijn hoogbejaarde moeder aan Hudson Street. Toen ze de woning doorzochten, troffen ze Gigante volledig gekleed met een paraplu onder de douche staan. Zijn familie heeft hem talloze malen in inrichtingen laten opnemen en door psychiaters laten onderzoeken. Die concluderen dat Vincent Gigante
zijn eigen naam niet kan spellen en dat hij een IQ van rond de zeventig heeft. Gigante gelooft niet alleen dat God direct tot hem spreekt, hij meent ook dat De Almachtige als zijn advocaat fungeert. Als welke autoriteit dan ook hem een vraag stelt, reageert hij steevast met "God heeft me gezegd daar geen antwoord op te geven." Het oordeel van de medici die hem hebben onderzocht luidt dan ook dat Vincent Gigante leidt aan een ver gevorderde vorm van Alzheimer en bovendien waarschijnlijk schizofreen is.
Assistent Officier van Justitie George Stamboulidis daarentegen meent dat Gigante's gedrag een acteerprestatie betreft waar "Marlon Brando een voorbeeld aan zou kunnen nemen". De 69-jarige Gigante staat volgens hem aan het hoofd van de Newyorkse Genovese maffia 'familie', de grootste en machtigste georganiseerde misdaadgroep van de Verenigde Staten. Openbaar ministerie en politie zijn er van overtuigd dat Gigante doet alsof hij gek is. "Het is een crazy act om gevangenisstraf te ontlopen, een sluwe en schaamteloze camouflage. Gigante is in werkelijkheid een gewetenloos en invloedrijk man die er de afgelopen decennia alles aan heeft gedaan om zijn positie als baas van de machtigste maffiafamilie van dit land te bewaren", aldus Stamboulidis. Na een jarenlange strijd tussen aanklagers en verdediging over zijn fysieke en mentale gesteldheid, stond Chin recentelijk eindelijk in Brooklyn terecht. Voert hij al jarenlang voor de FBI een overtuigend toneelstuk op of is hij werkelijk gestoord? Dat was de vraag waar het om draaide in The United States versus Vincent Gigante, de grootste Amerikaanse Cosa Nostra rechtszaak sinds John Gotti - de beroemdste maffiabaas van de jaren tachtig - in 1992 door deze zelfde rechtbank tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld.

Volgens de autoriteiten is Gigante de baas van een organisatie die met illegale kansspelen, drugshandel, woekerleningen, corruptie in de bouwsector en ordinaire afperserij en diefstal jaarlijks zo'n 100 miljoen dollar omzet. Niet dat je dat aan Chin afziet. Zijn dagen brengt hij door met het spelen van eindeloze potjes pinochle in de club The Triangle op Sullivan Street in de wijk Little Italy. Anders dan bijvoorbeeld de flamboyante ex-baas van de Gambino familie John Gotti, vermijdt Gigante consequent de schijnwerpers. Hij bezoekt geen nachtclubs of restaurants, draagt geen dure kleding, gaat niet op vakantie, rijdt niet in opzichtige auto's en logeert doorgaans in het bescheiden appartement van zijn moeder. "Hij sluit zichzelf op in een heel klein gebied en het is moeilijk te begrijpen welk plezier hij heeft van het feit dat hij een maffia baas is. De enige bevrediging lijkt hem te zitten in de pure macht die hij uitoefent", aldus FBI-agent Ronald Goldstock.
Chin mag dan volgens Stamboulidis een groots acteur zijn, zo nu en dan lijkt hij zijn rol te vergeten. Hij is enkele malen betrapt op uitermate lucide gedrag. Zo zag Goldstock hem ooit aan de arm van een collega mompelend en strompelend een drukke straat oversteken. Op het moment dat de twee merkten dat ze de overkant niet zonder ongelukken zouden halen, zetten ze snel een sprintje in. Een andere agent was er getuige van hoe Gigante in pyjama in een limousine plaatsnam, in een keurig pak voor een restaurant uitstapte en vervolgens weer in nachtkledij naar huis werd gereden.

Vincent Gigante haalt voor het eerst de krantenkoppen op 29-jarige leeftijd. Begin mei 1957 verlaat Frank Costello, het toenmalige hoofd van wat later de Genovese familie zou gaan heten, zijn appartementencomplex aan Central Park. In de lobby van het gebouw wordt Costello verrast door een man die achter een pilaar vandaan stapt. De man roept "This is for you Frank" en schiet de maffioso eenmaal in het hoofd. Costello heeft echter geluk: de kogel schampt op zijn schedel af. De dader is minder fortuinlijk: de portier van het gebouw identificeert Vincent Gigante als de schutter. Gigante, die in die tijd zijn geld verdient als bodyguard en chauffeur van gangster Vito Genovese, wordt gearresteerd en een jaar later voor het gerecht
gebracht. Tijdens de rechtszaak kunnen plotseling portier noch slachtoffer de verdachte identificeren. Gigante wordt vrijgesproken. Al snel blijkt dat de aanslag is beraamd door Genovese die het vertrouwen van de familieleden heeft gewonnen en de leiding van het misdaadsyndicaat van Costello heeft overgenomen. Vanaf nu heet de bende de Genovese familie, een naam in latere decennia gehandhaafd blijft. Naast chauffeur, bodyguard en huurmoordenaar geniet Gigante aan het eind van de jaren vijftig enige lokale bekendheid als semi-professionele bokser. Het is in deze tijd dat hij zijn bijnaam verwerft: de legende wil dat hij voortdurend knock-out stoten op de kin ontvangt, vandaar Chin. Costello heeft de leiding van de familie dan wel aan Genovese moeten overdragen, geheel zonder macht is hij nog niet. In 1960 worden zowel Gigante als Genovese wegens drugshandel veroordeeld. In maffiakringen gaat het gerucht dat Costello hiervoor verantwoordelijk is. Gigante krijgt vijf jaar, Genovese vijftien en sterft in gevangenschap. Wanneer Gigante in 1965 vrijkomt, verhuist hij naar een voorstad van New York, Old Tappan in de staat New Jersey. Daar wordt hij vier jaar later opnieuw gearresteerd. Chin blijkt het voltallige politiekorps van zijn woonplaats op de pay-roll te hebben staan in ruil voor informatie over de FBI surveillance van zijn huis. Als Gigante voor de rechter verschijnt doet hij voor de eerste maal met succes een beroep op zijn slechte mentale gezondheid. Een door de familie aangestelde psychiater constateert dat hij schizofreen is en beveelt van harte elektroshock therapie aan. Gigante wordt vrijgesproken. Gek of niet, volgens de FBI weet hij langzaam maar zeker op te klimmen tot underboss, de een na belangrijkste man binnen een maffiafamilie. Wanneer de baas van de Genovese familie, Anthony 'Fat Tony' Salerno, in 1986 tot levenslang wordt veroordeeld, neemt Gigante de leiding over.

"Het is allemaal gelogen", vertelt Gigante's dochter Yolanda aan iedere verslaggever die het horen wil. Elke dag zit Yolanda - ravenzwart haar, doordringende blik in de ogen - op de voorste rij van de publieke tribune. Onvermoeibaar staat ze dagelijks de pers te woord, en haar verhaal is steeds weer hetzelfde: de getuigen liegen, de overheid probeert haar vader een loer te draaien. "Mijn vader is ernstig ziek, hij is een paranoïde schizofreen. Hij is in zijn jeugd bokser geweest en heeft waarschijnlijk teveel klappen op zijn hoofd gekregen. Hij is nauwelijks in staat voor zichzelf te zorgen. En dan zou hij aan het hoofd staan van een criminele organisatie? Dit een travesty of justice." Maar de beste PR voor de onschuld van Vincent Gigante wordt verzorgd door Chins broer: de Rooms-katholieke priester Louis Gigante. Father G., zoals hij door zijn volgelingen liefdevol wordt aangeduid, is een bekend en vooral machtig vertegenwoordiger van de katholieke kerk in New York (hij is adviseur van de plaatselijke bisschop). Met zijn spierwitte haar en collaar is hij een opvallende dagelijkse verschijning in de rechtszaal. "Waarom laten ze mijn broer niet met rust? Vincent is een zieke man, die in het ziekenhuis thuishoort en niet in gevangenis. Ik geloof dat niet dat hij een maffia boss is en het ook nooit geweest is." Denkt Father G. dan werkelijk dat zijn broer de onschuld zelve is? Dat hij nooit iets met de georganiseerde misdaad te maken heeft gehad? "Hoe moet ik dat weten? Hij heeft me er nooit iets over verteld." Father G. is bekend geworden door zijn onvermoeibare inzet voor goede en betaalbare huisvesting in de Bronx. In de jaren zeventig, toen de Bronx met torenhoge misdaadcijfers, uitgebrande auto's langs de snelweg en verkrotte woningen het internationale symbool was van stedelijk verval, zorgde de geestelijke zo'n beetje eigenhandig voor een heropleving van de sociale woningbouw in de geplaagde wijk. Zijn bedrijf SEBCO bouwde in de jaren zeventig en tachtig tientallen appartementencomplexen in de Bronx. Hij heeft in de gemeenteraad van New York gezeten en heeft hooggeplaatste vrienden (waaronder burgemeester Rudolph Giuliani).
Toch wordt Father G. niet door iedereen als urban saint gezien. Sommigen noemen hem juist een mob priest. Dat heeft in de eerste plaats te danken aan zijn veel aangehaald uitspraak: "Ik verwerp de FBI theorie dat er een 'maffia' is, een georganiseerd misdaadnetwerk dat grotendeels bestaat uit Amerikanen van Italiaanse afkomst." De geestelijke, die overigens zelf nooit door de autoriteiten is beschuldigd van banden met de maffia, blijkt niet de altruïst te zijn waarvoor hij zo graag wordt versleten. De Newyorkse roddelpers maakt veel ophef over de rijkdom die hij met zijn bouwactiviteiten heeft verkregen: hij bezit een paar appartementen op Manhattan, heeft een landgoed buiten de stad en een vakantieverblijf in Puerto Rico. Zijn reactie is altijd dezelfde: "Mensen denken misschien dat ik voor niks werk. Dat is hun probleem. Ik ben geen priester die beloofd heeft zijn leven in armoede te slijten." Het weekblad The Village Voice deed enkele jaren geleden gedurende vier maanden onderzoek naar de handel en wandel van de priester en stelde vast dat "zijn met gemeenschapsgeld gefinancierde huizen gebouwd zijn door bedrijven die in eigendom zijn van hooggeplaatste Genovese maffiosi." Al was het voor de Village Voice duidelijk dat "Gigante's zakelijke handelingen doordrenkt zijn van gevallen van fraude, vermenging van belangen, misrepresentatie en misbruik van publieke middelen" zijn die beschuldigingen nooit voor een rechtbank bewezen. Father G. komt regelmatig in het nieuws wanneer hij weer eens de laatste sacramenten aan een berucht maffioso heeft toegediend. "Misschien spreek ik met dubieuze mensen. Dat is geen zonde", zei hij in interview met Vanity Fair om er direct aan toe te voegen "Als mensen slecht zijn, zal God met ze afrekenen." Maar het merkwaardigste is misschien wel dat Father G ooit de rol van een aan de Cosa Nostra gelieerde bisschop in de film The Last Rites uit 1988 vertolkte. En dat gaf niet alleen nog meer voeding aan de geruchten dat ook Father G. niet helemaal zuiver op de graad zou zijn, het maakte zijn overtuiging dat de Amerikaanse maffia een idee fixe van de FBI is, er bepaald niet geloofwaardiger op.

Volgens de FBI is de Genovese familie enige jaren geleden de concurrerende Gambino familie in belangrijkheid voorbijgestreefd. De organisatie bestaat tegenwoordig uit zo'n driehonderd leden en meer dan duizend 'bondgenoten'; criminelen die de officiële leden assisteren. Het werkgebied bestaat uit New York en directe omgeving, New England en Californië. Terwijl de andere maffiabazen van zijn generatie in de jaren tachtig en negentig zijn vermoord dan wel achter de tralies beland, weet Gigante de autoriteiten alsmaar de ontlopen. Dat komt volgens de FBI doordat de Genovese familie van de vijf families die de Newyorkse Cosa Nostra rijk is het best is georganiseerd. In het hoofdkwartier van de familie, de club The Triangle, hangen overal bordjes: "Don't talk in here" en "The enemy is listening". De leden gebruiken code namen als "the skinny guy" (Salerno) en "aunt Julia" (Gigante) voor hun leiders. Andere families worden gewantrouwd en niet op de hoogte gehouden van de structuur van de Genovese familie. In tegenstelling tot de vier andere families - de Lucchese, Columbo, Gambino en Bonnano - wordt de Genovese groep niet geplaagd door informanten of overlopers. Gigante zelf is binnen zijn familie het meest voorzichtig. Hij vermijdt ten alle tijden telefoongesprekken, die tenslotte makkelijk kunnen worden afgeluisterd. Hij bemoeit zich niet met de dagelijkse gang van zaken binnen zijn organisatie en de FBI heeft dan ook tot nu toe nooit een directe relatie kunnen leggen tussen Gigante en de misdaden van zijn onderdanen. Als de ondergeschikten het over Gigante hebben moeten ze zijn codenaam gebruiken of naar hun kin wijzen. De essentiële beslissingen die Gigante neemt, worden met slechts enkele vertrouwelingen op straat besproken.
Maar na jarenlang onderzoek denkt het openbaar ministerie in 1990 dan toch eindelijk genoeg bewijs te hebben verzameld om Gigante te kunnen aanklagen. Dankzij een paar invloedrijke maffia-overlopers uit andere families en honderden uren afgeluisterde gesprekken tussen lagere Genovese maffialeden, kan hij worden beschuldigd van het leiding geven aan een criminele organisatie, opdracht geven tot zeven moorden, het beramen van een (mislukte) moordaanslag op concurrent-maffiabaas John Gotti, omkoping van de metaalwerkersvakbond en afpersing van aannemers in de bouwsector. Zeven jaar lang weet Gigante, die ondertussen met aanwijsbare hartproblemen kampt, de zaak dan nog te rekken tot hij begin deze maand dan toch echt voor de rechter moet verschijnen.

De rechtszaak tegen Gigante is de zoveelste tegenslag die de maffia de laatste tijd heeft moeten incasseren. Het begint er zowaar op te lijken dat Father G's stelling dat de Amerikaanse Cosa Nostra een fabeltje is, wordt bewaarheid. Net als in Italië en de rest van de Verenigde Staten hebben ook in New York de autoriteiten met succes de invloed van de maffia weten in te dammen. Tot voor enkele jaren wist iedere New Yorker dat bepaalde, voor de stad essentiële industrieën, geheel door de maffia werden beheerst. De afvalverwerking is misschien wel het bekendste voorbeeld. "Geen enkele andere industrie in New York wordt zo volledig gedomineerd door de maffia als de vuilnisophaal", aldus het hoofd van de afdeling anti-georganiseerde misdaad van het openbaar ministerie.
In New York is de afvalverwerking geprivatiseerd. Enkele tientallen bedrijven halen door de hele stad het vuilnis op. Het allergrootste deel van die bedrijven was in handen van Genovese en Gambino maffiosi die met onderlinge afspraken de prijzen kunstmatig hoog hielden. Tot voor kort durfde geen enkel legitiem bedrijf de lucratieve Newyorkse vuilnismarkt te betreden uit angst voor represailles. Toen het bedrijf BFI dat onlangs toch probeerde kreeg de directeur het hoofd van een hond thuisbezorgd met een briefje in de bek waarop stond "Welcome to New York.". Het gevolg was volgens de FBI dat bedrijven in New York zo'n veertig procent teveel voor het ophalen van hun vuilnis betaalden. De twee maffiafamilies verdienen aan deze praktijk elk jaar 60 tot 120 miljoen dollar. Niet verwonderlijk dus dat het openbaar ministerie de strijd aanbond met de afvalverwerkers van New York: vorig jaar werden de 23 meest invloedrijke vuilnisophalers aangeklaagd en veroordeeld. Ondertussen opereren vier legitieme afvalverwerkers in New York en zijn de prijzen significant gedaald. Maar de afvalverwerking is maar een aspect van de jarenlange dominantie van de maffia over het Newyorkse openbare leven.
"Het zou beter voor New York zijn om helemaal geen Fulton Fish Market te hebben als we blijven toestaan dat deze wordt bestuurd zoals de afgelopen veertig tot zestig jaar het geval was", kondigde burgemeester Giuliani aan voordat hij vorig jaar de grootste vismarkt van de stad van maffia invloed ontdeed. Het laden en lossen op de markt was decennialang het exclusieve domein van de Genovese familie en Giuliani besloot dan ook dat het hoog tijd was dat daaraan een einde aan kwam "Wij zullen ervoor zorgen dat de werknemers van de markt geen connecties hebben de georganiseerde misdaad, niet corruptie zijn of mensen afpersen die hier zaken doen." Ondanks wilde stakingen, sabotage aktes en zelfs brandstichting die zorgden voor een wekenlange chaos op de markt, hield de burgemeester voet bij stuk. En de ultieme klap in het gezicht van de Cosa Nostra kwam toen Giuliani twee weken voor het grootste straatfeest van de stad, The Feast of San Gennaro in Little Italy meldde dat "er dit geen festival zal komen tenzij er een onafhankelijke toezichthouder komt die de financiële transacties van het festival overziet. Ik zal niet tolereren dat de georganiseerde misdaad het stadsbestuur noch de standhouders oplicht." Het festival werd al jaren beheerst door maffiosi die de opbrengsten, die officieel naar de liefdadigheid gingen, in eigen zak staken. Een van de hoogtepunten van het festival is het vastprikken van dollarbiljetten op het beeld van San Gennaro. De pastoor van de Most Precious Blood Church kondigde vol trots aan dat dit jaar dat geld naar zijn kerk zou gaan. Op de vraag waar dat geld dan alle voorgaande jaren was gebleven antwoordde hij met "Ik heb geen flauw idee." Een organisator meldde echter "dat mensen denken dat we hier een fortuin verdienen, maar geloof me er zit niet veel geld in geroosterde worstjes en uien." Slechts enkele dagen voor aanvang van het festival ging de leiding morrend akkoord met de voorwaarden van de burgemeester.
Het gevolg van deze succesvolle politieacties is dat de maffia uit de meeste legale bedrijfstakken is verdreven en ze haar heil heeft moeten zoeken in oude vertrouwde illegale moneymakers als woekerleningen en gokspelen. Tel daar nog bij op de tientallen veroordelingen van hooggeplaatste maffiosi en je kunt constateren dat de Cosa Nostra in New York op zijn minst veel macht heeft verloren, en op zijn best "op sterven na dood is", zoals een openbaar aanklager onlangs beweerde.
De situatie waarin de Gambino familie zich bevindt is veelzeggend. Nadat John Gotti tot levenslang was veroordeeld, probeerde hij enige tijd vanuit de gevangenis zijn familie te leiden. Toen duidelijk werd dat zulks geen structurele oplossing bood, werd een nieuwe baas gekozen die prompt werd aangeklaagd en veroordeeld. Vervolgens benoemde Gotti zijn zoon John Gotti r. tot familiehoofd, maar geen van de Gambino maffiosi wil die beslissing accepteren. Junior is een schertsfiguur, zegt zelfs de FBI. Gotti is een ronduit domme flapuit, die voortdurend door de Newyorkse tabloids voor gek wordt gezet. Zo stond hij vorig jaar een week lang op de voorpagina van The New York Post omdat hij er in geslaagd was enkele tientallen Tickle Me Elmo's, een populair en moeilijk verkrijgbaar kerstcadeautje, te bemachtigen. Een hele prestatie voor de baas van wat ooit de machtigste georganiseerde misdaadgroep van de Verenigde Staten was. Het verbaast dan ook niet dat de Gambino maffiosi tegenwoordig hun eigen gang gaan en zich weinig meer aan de familie gelegen laten liggen. De problemen van de Gambino familie zijn exemplarisch voor de overige families. Elke nieuwe "boss" kan er zeker van zijn dat de FBI hem dag en nacht in de gaten zal houden en vroeger of later met een aanklacht voor de deur zal staan. De meeste maffiosi voelen dus niet veel voor de functie van familiehoofd. Maar zonder machtige leider is een maffiafamilie ten dode opgeschreven.

Het proces tegen Vincent Gigante is drie weken oud. Uren voor aanvang staan er al mensen te wachten voor de ingang van rechtszaal 12. Om negen uur beslaat de rij belangstellenden de gehele gang van de zesde verdieping van het rechtsgebouw. Rechtenstudenten, advocaten, rechtbankpersoneel en natuurlijk de altijd aanwezige court buffs (veelal gepensioneerden die hun dagen slijten met het aflopen van uiteenlopende rechtszaken), allemaal willen ze een glimp opvangen van de man die algemeen als de belangrijkste getuige in deze zaak wordt gezien: Salvatore 'Sammy The Bull' Gravano. "Laat me geen bad guy worden", roept een van de agenten die de dringende menigte in bedwang moet houden. "Er zitten al genoeg bad guys daarbinnen."
Er zijn in The United States versus Vincent Gigante al heel wat schilderachtige getuigen gepasseerd, met klinkende namen als Vincent 'The Fish' Cafaro, Alphonse 'Little Al' D'Arco en Peter 'Big Pete' Chiodo (een 200 kilo zware kolos die in 1991 dankzij zijn lichaamsvet twaalf schotwonden overleefde). Maar echt overtuigend zijn de verhalen van deze verklikkers niet. Allemaal hebben ze informatie over de verdachte uit tweede of derde hand. Tot nu toe hebben de aanklagers dan ook de grootste moeite direct verband te leggen tussen Gigante en de misdaden waarvan hij wordt beschuldigd. Maar met Sammy the Bull moeten de twijfels rond de geestelijke gesteldheid van Chin eindelijk de wereld worden uitgeholpen. Gravano is zonder twijfel de star witness van dit proces. Hij is momenteel 's lands bekendste maffia overloper, hetgeen hij te danken heeft aan het boek dat Peter Maas recentelijk over en met hem schreef. "Underboss, Sammy The Bull Gravano's Story of Life in the Mafia" staat al weken op de bestsellerlijst van The New York Times. De onderhandelingen over de filmrechten zijn in volle gang. In het boek doet Gravano uit de doeken hoe hij als jochie in South Brooklyn temidden van maffiosi opgroeit, langzaam zijn eerste stappen op het criminele pad zet, officieel tot Cosa Nostra lid wordt beëdigd, zich uiteindelijk opwerkt tot underboss van de Gambino familie en en passant 19 mensen om zeep helpt. Als hij in 1990 samen met zijn baas John Gotti wordt gearresteerd, biedt hij aan om met de FBI samen te werken (naar eigen zeggen omdat Gotti hem voor diens misdaden wil laten opdraaien). Vooral dankzij Gravano's vernietigende getuigenis belandt Gotti - samen met tientallen andere maffiosi - begin jaren negentig achter de tralies. En nu mag Gravano, die een gevangenisstraf van vijf jaar heeft uitgezeten, dan nog een keer opdraven om belastende verklaringen over Vincent Gigante af te leggen.
De gedrongen Gravano, die er op foto's uitziet als slecht geklede ausputzer, blijkt een metamorfose te hebben ondergaan. Hij gaat gekleed in een modieus double-breasted kostuum, plastische chirurgie heeft zijn uit de klei getrokken kop verfijndere trekken gegeven. En zijn brilletje met smal ijzeren montuur geeft hem het aanzien van een intellectueel. Slechts zijn zware Brooklynse accent verraadt zijn achtergrond. In zijn functie als underboss van de Gambino familie woonde Gravano aan het eind van de jaren tachtig een vergaderingen van The Commission (het overkoepelende orgaan van de vijf maffia families van New York) bij. "De Chin was in een klote humeur. Hij zei dat Commission vergaderingen alleen over belangrijke familiezaken zouden moeten gaan, niet over alledaagse problemen. Die moesten door de capo's worden afgehandeld of indien nodig door familiehoofden, maar nooit op commission-niveau besproken. Chin zei: 'Waarom zitten we hier godverdomme over bullshit te praten. Wat gebeurt er als we op dit moment worden afgeluisterd? Commission vergaderingen zijn bedoeld om te beslissen over wie leeft en sterft, om een oorlog tussen families te voorkomen' Volgens mij had Chin helemaal gelijk. He didn't sound crazy to me." Op de tafel van de verdediging staan de stille getuigen van Gravano's lange geschiedenis als maffia overloper: twaalf dikke ordners met verslagen van vorige rechtbankgetuigenissen, respectievelijk getiteld "Gravano Book 1" tot en met "Gravano Book 12". Het verbaast dan ook niet dat Sammy The Bull enigszins verveeld en blasé overkomt. Het is duidelijk dat hij zijn verhalen over de Cosa Nostra al talloze malen eerder heeft verteld. "Niemand probeerde Chin een loer te draaien. Hij was absoluut degene die de familie onder controle had. Het vreemde was dat hij absoluut niet in geld leek geïnteresseerd. Hij nam geen geld aan van zijn capo's, terwijl alle andere bazen dat wel deden. Ik denk dat hij niet wilde dat iemand hem ooit kon beschuldigen en beweren: 'Ik heb Chin geld gegeven.' Hij had al meer dan hij ooit kon opmaken en had de grootste problemen het ergens te verbergen. Maar het was zo duidelijk als wat dat hij de baas van de Genovese's was."
En om het voor de jury nog duidelijker te maken vraagt assistent officier van justitie Stamboulidis Gravano of deze ooit zaken met Gigante zou hebben gedaan als hij dacht Chin gestoord was. "Nee natuurlijk niet. Als ik dacht dat hij gek was, hoe had ik dan moeten weten wat hij vervolgens ging doen? Voor hetzelfde geld had hij onmiddellijk naar een politiebureau kunnen lopen?" De in een rolstoel gezeten Gigante ondertussen lijkt zich absoluut niet bewust van wat er zich om hem heen afspeelt. "Ziet u hier vandaag de man die u omschrijft als de baas van de Genovese misdaadfamilie?", vraagt Stamboulidis aan Gravano. "Zie ik hem? Uh… Ja. That's him", zegt Sammy the Bull en wijst naar Gigante. Het dramatische moment laat Chin geheel koud. Gigante reageert hetzelfde als in voorgaande dagen: hij staart voor zich uit en begint maar weer eens aan een geluidloze conversatie met zichzelf.

Een paar dagen later heeft Stamboulidis al zijn bewijs aan de jury de gepresenteerd. Nu is het de beurt aan Gigante's advocaten. Tot ieders stomme verbazing introduceert advocaat Michael Marinaccio geen enkel nieuw bewijs en roept geen enkele getuige op. Hij is ervan overtuigd dat de "niet bevestigde getuigenissen van psychopathische moordenaars" de jury niet zullen overtuigen en dat de aanklagers er niet in zijn geslaagd "voldoende betrouwbaar en verifieerbaar bewijs van schuld" te presenteren. De jury heeft vervolgens vier dagen nodig om tot een oordeel te komen. De rechter leest stuk voor de stuk het tiental aanklachten voor. Na de eerste klinkt het op de vraag "How does the jury find the defendant?" direct "Guilty". Gigante's dochter begint te huilen, de overige familieleden praten verward door elkaar heen. Uiteindelijk wordt Vincent Gigante schuldig bevonden een poging tot moord op John Gotti en afpersing in de bouwsektor en vrijgesproken van het opdracht geven tot liquidatie van collega maffiosi en omkoperij van de metaalwerkersvakbond. Rechter Weinstein veroordeelt Vincent Gigante tot twintig jaar cel. Assistent Officier van Justitie Stamboulidis verklaart na de uitspraak triomfantelijk dat het nu voor eens en voor altijd duidelijk is dat Gigante niet geestelijk ziek is. "Zijn criminele poppenkast is voorbij".

De FBI ondertussen richt zijn aandacht op Dominick V. Cirillo, die ervan verdacht wordt Vincent 'Chin' Gigante inmiddels te hebben opgevolgd als baas van de Genovese maffiafamilie.

Jeroen van Bergeijk

Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie.