Droevig Australisch dorp

Ogenschijnlijk zijn er weinig redenen om het Australische gehucht Serviceton te bezoeken. Het plaatsje telt krap vijftig inwoners. De verf bladdert van de houten bungalows. Er staan autowrakken in de voortuinen. Er is een postkantoor annex general store, die alleen ’s ochtends een paar uur is geopend. Vanaf de omringende grasvlakten blaast de warme wind door de lege straten.

Maar er is ook een vervallen, monumentaal treinstation.

En er is een lied over Serviceton. Een lied van Tom Waits. Een prachtig, droevig nummer, Town With No Cheer genaamd, dat als geen ander de eenzaamheid van het Australische platteland bezingt. Een nummer dat in je hoofd blijft rondspoken. Het is dit nummer dat mij naar Serviceton heeft gelokt.

servicetonklein

Het ooit levendige plaatsje dankt zijn ontstaan aan de spoorlijn Melbourne – Adelaide. Bij de aanleg van die spoorlijn werd halverwege, op de grens van de staten Victoria en South Australia, een treinstation gebouwd: Serviceton Station. Omdat Australië toen nog geen federatie was, moest iedereen hier uitstappen om door de douane te gaan. Reizigers moesten vaak enige uren zoet brengen en dus groeide er rond het station een nederzetting die kon bogen op een hotel, een kapper, verschillende winkels en uiteraard enkele bars. Maar toen Tom Waits in 1981 met de trein in Serviceton arriveerde, was van dat alles niks meer over. Er stopten nauwelijks nog treinen. De winkels waren dichtgespijkerd, de huizen verlaten. Maar wat hem vooral dwarszat, was dat spoorwegmaatschappij Vic Rail de stationsrestauratie had gesloten. Nergens kon hij een biertje krijgen. Vandaar dat hij op zijn klassieke album Swordfishtrombones lamenteert: “Niets droeviger dan a town with no cheer.” Een paar jaar later werd Serviceton Station definitief gesloten. Sindsdien raast de sneltrein van Adelaide naar Melbourne zonder te stoppen voorbij.

Goed, dat was begin jaren tachtig. Hoe zou Serviceton er tegenwoordig bij liggen? Zou het dorp een comeback hebben gemaakt? Zou het Australische economische wonder – Australië is het enige ontwikkelde land dat het afgelopen jaar niet in een recessie belandde – ook in Serviceton zijn uitwerking hebben gehad?

Nou nee.

“De regering zegt dat er in Australië geen recessie is”, bromt Ron, de zelfbenoemde conciërge van het afgetakelde treinstation. “Maar ik merk er niks van. Ik ben al twee jaar werkeloos. Hier in de omgeving is geen werk meer te krijgen. Iedereen trekt naar het Westen, daar kun je in de mijnindustrie goed geld verdienen.”

En inderdaad, Serviceton is nog altijd een town with no cheer. Geen winkels, geen hotel, en zeker geen bar. Wat vindt Ron, die zijn hele leven in Serviceton heeft gewoond, er eigenlijk van dat Waits zo’n treurig nummer over zijn geboorteplaats heeft geschreven? “Waits beschrijft precies hoe het hier is. Hoe verstikkend heet het kan zijn in de zomer, hoe dorstig je kan worden van de stoffige wegen. Ik vind het een geweldige song.”

Tegen beter weten in, blijft Ron in Serviceton geloven. Hij denkt dat dorp er weer bovenop komt als de spoorwegmaatschappij hem toestemming geeft het door Waits bezongen treinstation tot een chique Bed and Breakfast te verbouwen. Vol trots leidt hij me rond door het vervallen, spookachtige gebouw, waaraan sinds de jaren dertig niets meer lijkt te zijn veranderd. Gietijzeren bedden staan in de bediendevertrekken, het originele Engelse porselein staat nog keurig opgestapeld in de keukenkastjes. Aan de andere kant: trappen missen treden en in het dak hebben vogels nesten gebouwd. Maar volgens Ron zijn dat onbeduidende details. Hij ziet het helemaal voor zich: de bezemkast wordt een eenpersoonskamer, de zolder een heuse Honeymoon Suite. En in de voormalige Dining and Refreshment Room wordt de bar uiteraard weer geopend. Zodat Serviceton eindelijk een town with cheer wordt.

(eerder, in verkorte versie, verschenen op de Achterpagina van NRC Handelsblad)

serviceton2klein

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *