Reportage teststraat Schiphol

Ik ging weer eens undercover, al was het maar voor een paar dagen, dit keer bij de corona teststraat op Schiphol. Lees het verhaal
‘Ik werkte in de teststraat op Schiphol: ‘Corona testing! This way!’ – maar mensen liepen me straal voorbij’ op de website van de Volkskrant  (betaalmuur) of omdat ik in een goede bui ben helemaal gratis hieronder. Doneren mag.

Hier vertel ik meer over het verhaal bij De Wild in de Middag


‘Ik moet de trein halen.’

‘Ik krijg er morgen eentje van werk.’

‘Sorry man, eerst effe roken.’

‘Daar krijg je toch een bloedneus van?’

En natuurlijk: ‘Dat is toch niet verplicht?’

Na een dag heb ik alle redenen – of uitvluchten zo je wilt – wel gehoord van passagiers die op Schiphol uit een risicogebied arriveren en zich niet willen laten testen. En de reizigers die hun weigering toelichten zijn dan nog de uitzonderingen. Veruit de meeste mensen lopen je straal voorbij. Daar sta je dan bij de aankomsthal in je Rode Kruis-vest met je flyer ‘Covid-19-test op luchthaven Schiphol’. Ik schat dat op de meeste vluchten nog geen 20 procent van de passagiers zich laat testen.

Een half jaar geleden, aan het begin van de coronacrisis, had ik me op de website van het Rode Kruis aangemeld als vrijwilliger. Net als 85 duizend andere Nederlanders sta ik sindsdien geregistreerd als Ready2Helper – mensen die ‘in tijden van nood’ kunnen worden ingezet. Daarna hoorde ik nooit meer iets, tot ik een paar weken terug een e-mailtje ontving. Of ik een paar dagen wilde komen helpen bij de teststraat op Schiphol. Dat wilde ik wel. Omdat ik de behoefte voelde iets concreets te doen bij de bestrijding van corona. En omdat ik als journalist nieuwsgierig was hoe het er op Schiphol aan toeging.

En dus meld ik me op een dinsdag samen met een handvol andere vrijwilligers bij Aankomsthal 3. Daar worden we welkom geheten door Rode Kruis-coördinator Marcel, die ons uitlegt wat er van ons wordt verwacht.

‘Eerst het belangrijkste’, steekt hij van wal. ‘Waar kun je koffie krijgen?’ Hij wijst naar een koffiezaakje naast de gate waar Ready2Helpers gratis warme drankjes kunnen bestellen.

‘Jullie voornaamste taak is proppen’, gaat Marcel verder.

We kijken hem glazig aan.

Proppen?

Proppers, legt Marcel uit, zijn die types die in Spaanse badplaatsjes je proberen te overhalen in een bepaald restaurant te gaan eten. Zoiets is hier ook de bedoeling. We moeten actief reizigers uit risicogebieden benaderen om ze te overtuigen zich te laten testen. ‘Het is duwen, trekken, en proppen.’ Na de briefing krijgen we een wit Ready2Help-hesje mee, een mondkapje voor en zijn we er klaar voor.

Even later, bij Aankomsthal 4, verschijnen de eerste passagiers van een vlucht uit São Paolo. Ik stel me op tussen schuifdeuren en hekken. Mijn uitgestoken hand met foldertje wordt massaal genegeerd. Pas wanneer ik mijn schroom overwin en passagiers aanspreek, krijg ik reacties, zij het voornamelijk afwijzende. Een enkeling stapt uit eigen beweging op me af. ‘Ja, dat gratis testen, daar heb ik over gehoord. Waar is dat?’

Mijn tactiek is om mensen op vriendelijke wijze te vragen of ze een coronatest willen.

Dus: ‘Coronatest?’ en dan wapper ik met mijn flyertje.

Of: ‘Wilt u een coronatest?’, en dan bij bedenkelijke blikken: ‘Is gratis hoor!’

Als coördinator Marcel mijn verrichtingen een tijdje heeft gadegeslagen, legt hij uit dat dit niet werkt. ‘Je moet resoluter zijn’, zegt hij. ‘Dan zijn het makke schapen.’ Hij laat zien hoe het wel moet. Zodra de schuifdeur opengaat en er een toerist naar buiten komt, stapt hij naar voren, zegt ‘Corona testing! This way please!’ en wijst met zijn rechterhand richting de teststraat, zo’n 100 meter verderop. En inderdaad, dat werkt veel beter. Als ik Marcels tactiek kopieer, merk ik overigens wel dat het meer discussie oplevert. ‘Is dat verplicht dan?’, krijg ik voortdurend toegebeten. Ik zie ook heel wat mensen naar de teststraat lopen met mijn foldertje in de hand, om dat vervolgens te lezen en stilletjes naar de uitgang af te buigen.

De teststraat op Schiphol is de enige plek in Nederland waar ‘asymptomatisch’ wordt getest. Dat wil zeggen dat iedereen wordt getest, ongeacht of je symptomen hebt. De enige voorwaarde is dat mensen met een vlucht uit een risicoland zijn gearriveerd. Nadat je bent getest, krijg je binnen 48 uur de uitslag. De teststraat wordt gerund door GGD Kennemerland. Die krijgt daarbij assistentie van defensie en vrijwilligers van het Rode Kruis. De administratie van de gegevens van de passagiers en het testen gebeurt door uitzendkrachten, voornamelijk studenten. De hulpverleners die de testen afnemen, zijn veelal net afgestudeerde artsen of studenten die een medische opleiding volgen.

Volgens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn vanaf de start op 13 augustus tot eind vorige week bijna 13 duizend testen gedaan op Schiphol, waarvan 1,4 procent positief was. Dat zijn gemiddeld zo’n 600 testen per dag. Aanvankelijk was de testcapaciteit niet hoog, maar ondertussen ligt die op 1.400 testen per dag. Een opmerkelijk verschil, zeker als je in ogenschouw neemt dat in de rest van Nederland een groot tekort is aan testcapaciteit en er op Schiphol ook nog asymptomatisch wordt getest.

Alhoewel het vele malen rustiger is op Schiphol dan voor corona, staan er bij sommige vluchten nog steeds tientallen mensen op passagiers te wachten. Van social distancing trekt menigeen zich weinig aan. Geliefden vallen elkaar in de armen. Kinderen knuffelen hun bejaarde ouders. Veel van de Rode Kruis-vrijwilligers met wie ik werk, zijn direct getroffen door de crisis. Een contrabassist heeft sinds maart nauwelijks optredens meer. De eigenaar van een reisbureau heeft al haar klandizie verloren. Een bedrijfsjurist zag haar tijdelijke contract in april niet worden verlengd.

De eerste dag werk ik vooral samen met Olga, een gepensioneerde lerares uit Amsterdam-Zuid. ‘Ik wilde graag iets doen om te helpen’, zegt ze. ‘Dat had ik met de Syrische vluchtelingen ook. Toen hebben we een Syrisch gezin onder onze hoede genomen.’ Bang om zelf besmet te worden is ze niet. Dat ben ik ook niet, maar soms voel ik me wel ongemakkelijk. Bijvoorbeeld wanneer een groepje Engelse jongemannen door de schuifdeuren naar buiten loopt. Ik probeer een van hen een foldertje in de hand te drukken. De dranklucht slaat me tegemoet. Zijn ogen zijn rood doorlopen. Hij duwt mijn arm weg en roept ‘Mate, where’s the train to the city!’ Of wanneer een vrouw – gelukkig met een mondkapje op – vraagt waar de teststraat is, dicht bij me komt staan en vertelt dat ze zich niet lekker voelt. Waarop ze hard begint te hoesten.

Een paar uur later vraagt de coördinator of ik op een ander plekje wil staan. Aan het eind van de wachtrij moet ik in de gaten houden welke van de vier beschikbare testruimtes vrij is, en de reizigers die getest willen worden naar het goede kamertje dirigeren. ‘Ik heb geloof ik een reverse culture shock’, stamelt een vrouw die zes jaar in New York heeft gewoond. Ze kan nauwelijks geloven dat er op Schiphol zoveel mensen zonder mondkapje rondlopen. Ik doe mijn best om anderhalve meter afstand tot de passagiers te bewaren, maar regelmatig komen reizigers te dichtbij staan.

Op mijn nieuwe plek kan ik ook observeren hoe mensen reageren op de test. Als je bedenkt dat de testers – door iedereen hier swabbers genoemd – dit werk vaak nog maar een paar dagen doen, verloopt het wattenstaafjesritueel verrassend snel en soepel. Vaak is het testen in minder dan een minuut gepiept. Slechts een enkele keer loopt het anders. Dan zie ik iemand met zijn benen trappelen of een meisje huilend bij de uitgang op de grond gaan zitten.

Een dag later gaat om half negen de telefoon. ‘Kun je misschien iets eerder komen? We hebben mensen nodig.’ Twee uur later sta ik weer bij de gate te proppen. Halverwege mijn dienst komt Rode Kruis-coördinator Sander op me af.

‘Ben jij handig met computers?’ Of ik wil inspringen bij de administratie. Aldaar stel ik me voor aan de uitzendkrachten die de invoer van patiëntgegevens voor hun rekening nemen. De een zit in zijn laatste jaar bedrijfskunde, de ander heeft een opleiding tot stewardess afgerond en een volgende studeert aan de politieacademie. Nadat een van de studenten me heeft laten zien hoe Corona-IT – het programma waarmee de contactgegevens van de te testen reiziger worden vastgelegd – werkt en ik tien minuten over haar schouder heb meegekeken, mag ik zelf aan de slag.

Mijn werkplek bestaat uit een partytafel van stahoogte met daarachter een barkruk. Op de tafel staan een wankel plastic schot en een laptop. Voor de berg plastic zakjes met reageerbuisjes waarin straks het testmateriaal zal worden bewaard, is eigenlijk geen plek. Om de haverklap vallen de buisjes op de grond.

Het is de bedoeling dat ik iedere in Nederland woonachtige passagier naar zijn burgerservicenummer (bsn) vraag. Daarmee kan ik in een gekoppelde database zijn of haar naam, geboortedatum en adresgegevens opzoeken en naar Corona-IT kopiëren. Vervolgens voer ik vluchtnummer, e-mailadres en telefoonnummer in. Ten slotte scan ik de barcode op het reageerbuisje en koppel die aan de cliëntgegevens, zodat er met de betreffende persoon gecommuniceerd kan worden over de testresultaten. Na een uurtje heb ik het programma onder de knie en kan ik in een à twee minuten de benodigde gegevens van een reiziger invoeren. Het wordt wat lastiger als passagiers geen bsn hebben, nauwelijks Nederlands of Engels spreken en geen e-mailadres hebben. Zonder mailadres kan geen dossier worden aangemaakt.

Op mijn derde en laatste dag word ik weer vooral achter de computer gezet. Op de flyers die ik de afgelopen twee dagen heb uitgedeeld, staat dat GGD Kennemerland zorgvuldig omgaat met persoonsgegevens. Maar hoe langer ik bij de administratie werk, hoe meer ik me verbaas dat ik als vrijwilliger zonder enige training of screening met deze privacygevoelige gegevens mag werken. Nooit is mijn identiteit gecontroleerd, noch had ik een Verklaring omtrent gedrag (VOG) nodig om als vrijwilliger voor het Rode Kruis aan de slag te gaan. Ook de uitzendkrachten zeggen dat ze nauwelijks training hebben gehad en geen VOG hoefden te overleggen. In de database waarmee we werken zit het bsn van elke Nederlander. In Corona-IT zoek ik – met zijn toestemming – het dossier van een vriend op die zich onlangs heeft laten testen. Ik kan zonder moeite zijn gegevens inzien.

‘Ik mis vooral een inhoudelijke briefing van de coördinatoren’, zegt een van mijn collega’s. ‘Reizigers stellen je allerlei vragen, over de gevolgen van een negatieve uitslag, over quarantaine, noem maar op. Door dat Rode Kruis op je hesje zien ze je als expert. En wij moeten dan maar een antwoord bedenken, vanuit onze onderbuik of toevallige kennis. Daarop is ook geen enkele controle, dat vind ik bizar.’

Om een uur of vier wordt het, net als op voorgaande dagen, stilletjes. We doden de tijd door op onze laptops naar de Tour de France te kijken. Omdat het zo rustig is mag ik weer gaan proppen, maar er komt nog maar mondjesmaat een vlucht binnen, waar ook nog slechts een handvol passagiers in zit. Het wachten is op vlucht TK 1953 van 17.25 uur uit Istanbul. Turkije is oranje gebied en het is van belang dat zoveel mogelijk passagiers op die vlucht worden getest. Elke dag is het weer de vraag of TK 1953 op tijd is – voor onze sluitingstijd van 18.00 uur. Om tien voor zes melden de Schipholschermen dat de bagage op de band ligt. Om vijf voor zes komen de eerste passagiers naar buiten. Stipt om zes uur komt de coördinator langs. Het gros van de passagiers moet dan nog door de douane. ‘Stop maar, dat was het weer voor vandaag.’

Om redenen van privacy zijn sommige namen in dit artikel gefingeerd.

Reacties
‘Dit is niet goed gegaan’, zegt een woordvoerder van de GGD over de manier waarop vrijwilligers bij de teststraat worden ingezet. ‘Een aantal verbeteracties is inmiddels uitgevoerd. Momenteel gaan we na wat zich precies heeft voorgedaan en welke consequenties dit heeft (gehad) voor onder meer de privacy van de geteste personen. We trekken hierin nauw op met de Autoriteit persoonsgegevens.’ Voor die laatste organisatie is de situatie bij de teststraat op Schiphol ‘aanleiding om informatie op te vragen bij de functionaris gegevensbescherming van de GGD Kennemerland.’
Het Rode Kruis laat weten dat Ready2Help-vrijwilligers alleen worden ingezet voor taken waarvoor geen vooropleiding, VOG of geheimhoudingsverklaring nodig is. De organisatie erkent dat het dit keer verkeerd is gegaan. ‘Dat mag niet gebeuren. Nadat dit bij ons bekend werd, hebben we direct actie ondernomen. De briefingsrichtlijn is aangescherpt en er is een controle uitgevoerd op de briefing en uitvoering daarvan bij andere hulp inzetten.’
Mijn gekozen donatie € -