DOOD & BROOD
{HP/DE TIJD, 8 maart, 2002}

Ground Zero-petjes. Osama bin Laden-T-shirts. Twin Tower-parafernalia. Autocommercials met de slogan 'Help America Forward'. Hoe de plek van De Aanslag is verworden tot een toeristische attractie, en Amerika van 11 september een merk heeft gemaakt.

Op de hoek van Fulton Street en Broadway staat een houten podium. Concerten of toespraken worden hier echter niet gegeven. Het platform dient om bezoekers van ‘Ground Zero’ een onbelemmerd uitzicht te geven op het restant van wat ooit het World Trade Center was. Het ‘Ground Zero Viewing Platform’ is een hit. Voor de entree staat een rij wachtenden die een heel stratenblok in beslag neemt en de toegangskaartjes zijn gewilder dan menig Broadway musical. Naast het platform heeft zich een heel legertje straatverkopers opgesteld die een ruim scala aan ‘9-11’ produkten aan de man proberen te brengen: speciale ‘Ground Zero’ mutsen met het silhouet van de Twin Towers, honkbalpetjes met het logo van het New York Police Department, ‘United We Stand’ kalenders, ‘Osama Bin Laden Wanted Dead Or Alive’ t-shirts, posters van tanks en adelaars en stickers met teksten als ‘We Will Prevail’, ‘Remember To Whom It Happened’ en het onvermijdelijke ‘God Bless America’. De handelaren doen goede zaken. Een Duitse jongen twijfelt tussen een rode en blauwe Ground Zero muts. Op mijn vraag waarom hij zoiets koopt, antwoordt hij: "I think it’s cool".

Nog geen half jaar na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 is ‘Ground Zero’ verworden tot een toeristenattractie die haast dezelfde reakties bij mensen losmaakt als de Eiffeltoren of Disney World. Giechelend laten Japanse tieners zich voor de puinhopen op de foto zetten en wanneer er een televisieploeg arriveert begin de menigte enthousiast naar de camera te zwaaien. Goed, de gemeente New York vraagt geen toegangsgeld voor de uitkijkpost (al wordt er wel alles aan gedaan het de toeristen zo makkelijk mogelijk te maken). Maar anderen lijken minder scrupules te hebben als het gaat om het te gelde maken van de grootste terroristische aanslag uit de Amerikaanse geschiedenis. "9-11 is nu een merk geworden", merkte New York Times commentator Frank Rich onlangs op, "klaargestoomd om zijn Amerikaanse plicht te doen en spullen te verkopen".

Niet alleen nabij Ground Zero, maar ook elders in de stad is de vercommercialisering van ‘9-11’ onontkoombaar. Op elk punt waar toeristen bijeenkomen - of het nu het Empire State Building is, Times Square of de boot naar het Vrijheidsbeeld - staan straatverkopers hun onsmakelijke Ground Zero petjes en t-shirts te verkopen. In de Barnes and Noble boekwinkel op Union Square is een aparte tafel ingeruimd voor de tientallen koffietafelboeken die inmiddels over 11 september zijn verschenen. De Virgin Megastore op Times Square heeft een heel rek CD’s met patriottische liedjes en registraties van concerten ten bate van de slachtoffers van 11 september. De discount kledingwinkels op Broadway verkopen truien met de Amerikaanse vlag, maar ook het chique warenhuis Macy’s biedt de klanten patriottisch getinte kledij. Zelfs drugsdealers pikken een graantje mee. De New-Yorkse politie arresteerde deze maand een heroïnehandelaar die zijn waren onder de merknaam Bin Laden aanprees. Op de zakjes stond een afbeelding van een vliegtuig dat zich in de Twin Towers boort. En denk nu niet dat deze vercommercialisering zich beperkt tot New York. Het ‘merk 9-11’ kom je dezer dagen in alle hoeken en gaten van de Amerikaanse maatschappij tegen. Zo begint een commercial voor autofabrikant General Motors met de woorden "The American Dream. We refuse to let anyone take it away. In this time of terrible adversity let’s stand together. And keep America rolling." En concurrent Ford denkt nieuwe autokopers met de slogan "Help America Forward" te kunnen verleiden. De Steven Madden schoenen waarop een Amerikaanse vlag is geborduurd en die de titel The Braves hebben meegekregen, zijn niet aan te slepen en bierbrouwer Budweiser laat in een recente commercial een paardenkar die een paar fusten bier voortrekt, stilhouden op de Brooklyn Bridge en de paarden eerbiedig opkijken naar de gehavende skyline van New York. Zelfs president Bush doet vrolijk aan deze stuitende handel mee: in een door hotelketen Marriott gesponsord reclamefilmpje roept hij Amerikanen op toch vooral meer vakantie te nemen.

De vraag is natuurlijk of het erg is dat bedrijven 11 september als een excuus te gebruiken om produkten te verkopen. Amerikanen staan er tenslotte om bekend aan alles geld proberen te verdienen, dus waarom zou dit een uitzondering zijn? Afgezien van de vraag of die vercommercialisering van fatsoen getuigt, is het in ieder geval duidelijk dat Amerika de raad van president Bush heeft opgevolgd en is teruggekeerd naar "business as usual". De handel toont aan dat de vreselijke gebeurtenissen van 11 september in het dagelijkse bestaan worden opgenomen. Je zou zelfs kunnen zeggen: verwerkt worden. Dus zo beschouwd is het onvermijdelijk, goed, ja zelfs patriottisch, dat de straatverkopers met hun Ground Zero mutsen hun eigen Amerikaanse Droom najagen. Aan de andere kant roept ook in Amerika het profiteren van een afschuwelijke gebeurtenis als deze enig verzet op. Schandaalkrant The New York Post schreeuwt op de voorpagina schande van de Ground Zero verkopers die "de eer van onze helden bezoedelen." Kwalijker dan een paar straatverkopers echter zijn bedrijven die onder het mom van liefdadigheid de gebeurtenissen van 11 september uitbuiten. Bij veel van de produkten die onder het ‘merk 9-11’ worden verkocht wordt de indruk gewekt dat de winst ten bate komt van de slachtoffers. In werkelijkheid ligt de situatie een stuk gecompliceerder. Een uitgever kan bijvoorbeeld op de achterflap van zijn boek melden dat hij zijn winst aan het goede doel zal afstaan, maar een groot deel van de winst op een boek wordt in de boekhandel gemaakt. En boekwinkels piekeren er niet over hun verdiensten af te staan. Hetzelfde geldt voor winkelketens, kleding- en platenwinkels. Bovendien is het op een paar uitzonderingen na, volstrekt onduidelijk welk percentage van de winst op boek of cd wordt afgestaan. Neem de tekst op de achterkant van de CD ‘God Bless America - a collection of songs of HOPE, FREEDOM & INSPIRATION’: "Een substantieel deel van de opbrengsten die Sony Music uit de verkoop van dit album ontvangt zal worden geschonken aan het Twin Tower Fund". Veel producenten maken zich er met zo’n vage omschrijving van af. Wat ‘substantieel’ precies behelst, daar mag de consument naar raden. Voor schoenenmerk Steve Madden bijvoorbeeld betekent substantieel slechts tien procent van de winst. Dat betekent, zo meldde The New York Times recentelijk, dat de fabrikant inmiddels al 400.000 dollar heeft verdiend aan The Braves-schoenen die nadrukkelijk als ten bate van het goede doel worden aangeprezen. Het probleem wordt verhevigd doordat de stichtingen die geld inzamelen worden overstelpt met voorstellen van bedrijven die met liefdadigheid goede sier willen maken. Alleen al het September 11th Fund, naast het Twin Tower Fund de grootste geldinzamelaar voor 11 september slachtoffers, heeft tot nu ruim 1500 voorstellen ontvangen, zo meldt een woordvoerder. Het beleid van dit fonds is overigens simpel: het wil alleen samenwerken met bedrijven die hun gehele winst afstaan.

Maar gelukkig baren deze ‘Amerikaanse toestanden’ de autoriteiten ook zorgen. Het ministerie van Justitie van de staat New York heeft aangekondigd te gaan onderzoeken of het door bedrijven toegezegde geld ook inderdaad op de goede plek terecht komt.

Jeroen van Bergeijk



 

  home
  wat is dit
  archief
  foto's
  webcam
  zoeken
  e-mail

  what's this
  articles
  new york city
  search


en verder

  de digitale leestafel
  homepage 1997
  best of
  boek

  ©