U KUNT NOG TERUG
{NRC Handelsblad, Boeken, 4 juli, 2003}

Wie wil ontsnappen aan de fuik van het massatoerisme, kan denken aan een vakantiebestemming als Sierra Leone of Afghanistan. Een reisgids met cultstatus geeft advies wat te doen bij een staatsgreep of een poging tot kidnapping.

Welke uithoek van de wereld je ook bezoekt, Tsjaad of Thailand, Peru of Pakistan, een ding blijft altijd hetzelfde: rugzaktoeristen halen hun kennis uit een Lonely Planet reisgids. Volgens de website van Lonely Planet geeft het bedrijf nu 650 verschillende reisgidsen uit. Er zijn inderdaad maar weinig landen die niet door Lonely Planet worden bezocht. Maar ze zijn er wel degelijk. Denk aan landen als Sierra Leone of Afghanistan, plekken waar toeristen weinig te zoeken hebben omdat ze door oorlog of misdaad te gevaarlijk zijn geworden. Toch zijn er mensen die voor hun plezier juist naar dit soort oorden reizen. Deze adrenaline junkies raken pas geïnteresseerd waar de Lonely Planet ophoudt. Hun bijbel is The World's Most Dangerous Places van Robert Young Pelton. Van deze cultgids, die ruim duizend pagina's beslaat, is recentelijk een vijfde editie uitgekomen.

The Word's Most Dangerous Places, door de auteur en fans kortweg als DP aangeduid, is bepaald geen Lonely Planet reisgids. Op tips over spotgoedkope hotels en restaurants hoef je niet te rekenen. Geen gezellige praatjes over hoe vriendelijk de inheemse bevolking is. En ook voor het culturele erfgoed van de landen die hier worden beschreven, heeft Pelton geen oog. Waar hij in wel in uitblinkt zijn tips over hoe je door een mijnenveld moet navigeren of wat het beste merk kogelvrije vest is.

DP is een reisgids met een attitude, de auteur komt over als een Amerikaanse stand-up comedian op papier. Op elke bladzij probeert hij gevat te zijn. Zijn verwijzingen naar Amerikaanse populaire cultuur zijn soms zo obscuur dat ze voor de Nederlandse lezer moeilijk te volgen zijn. Vaak werkt die bravoure uitstekend, ik heb althans meer dan eens smakelijk moeten lachen, soms echter wordt die stoere jongens houding een tikkeltje vervelend. Toepasselijk genoeg begin het boek met een portret van de auteur, die recentelijk roem wist te vergaren toen hij in Afghanistan als eerste John Walker Lindh, de zogenaamde Amerikaanse Talibaan, wist te interviewen. Op een foto zien we hem staan naast twee besnorde rebellen, vanzelfsprekend voorzien van gevaarlijk uitziende mitrailleurs. In de tekst wordt terloops gemeld dat hij de volgende zaken heeft overleefd: "een vliegtuigongeluk, auto-ongelukken, SCUD aanvallen, moordlustige bijen, Marxistische rebellen, Russische gevechtshelikopters, Talibaan raketten, Amerikaanse B-52's en andere nare dingen." Het is duidelijk. We hebben hier niet zozeer met een journalist laat staan reisboekenschrijver te maken als wel met een heuse moderne Indiana Jones. Dat de plaatsen die in dit boek zijn opgenomen ook echt gevaarlijk zijn, blijkt wel uit de 'In Memoriams' van twee medewerkers. De een overleed na een motorongeluk in Thailand, de andere werd doodgeschoten Tsjetsjenië. Dat brengt het gevaar voor de auteur wel heel dicht bij huis. Aan de andere kant vraagt Pelton zich terecht af wat gevaarlijk eigenlijk is. De meeste dodelijke ongelukken gebeuren ofwel thuis of in een straal van zeven kilometer rond het huis. Dus zo beschouwd, kun je maar beter zoveel en zo ver mogelijk op reis gaan.

Het eerste deel van DP is gewijd aan algemeen advies over het reizen in gevaarlijke gebieden. Wat moet je doen als ergens een staatsgreep wordt gepleegd, hoe overleef je een kidnappoging, hoe koop je autoriteiten om, dat soort wetenswaardigheden. En dat alles keurig puntsgewijs opgesomd in aparte kadertjes. Voor de meeste mensen die zich tot dit soort plekken voelen aangetrokken, zijn gevaarlijke plekken niet zozeer te gevaarlijk als wel te duur. Vandaar dat Pelton ook een hoofdstuk wijdt aan de vraag hoe je professioneel in oorlogsgebieden kunt verkeren. De meest voor de hand liggende beroepen hebben iets met het leger te maken (de huurlingenmarkt schijnt ook nog steeds levendig te zijn) maar denk ook aan oorlogscorrespondenten of hulpverleners.

Pas halverwege de helft van het boek komen dan daadwerkelijk de gevaarlijkste plaatsen van de wereld aan bod. Al met al behandelt Pelton zo'n vierentwintig landen en regio's. Natuurlijk passeren voor de hand liggende landen als Tsjetsjenië, Colombia, Afghanistan of Noord-Korea de revue, maar ook minder vanzelfsprekende gebieden als Israël en Zuid-Afrika. Slechts ten dele bij wijze van grap is ook de Verenigde Staten als gevaarlijke plek opgenomen. In tegenstelling het hoge lefgozergehalte van het eerste deel, wordt DP hier een verzameling tamelijk serieuze beschouwingen over de actuele politieke situatie, de moderne geschiedenis en de hoofdrolspelers in (burger)oorlogen van de genoemde landen. Niet dat zulks 'droge' kost oplevert. Ook hier excelleert Pelton in een vermakelijk soort turbotaal (hij omschrijft Talibaanleider Mullah Mohammed Omar bijvoorbeeld als "net zo leuk in de omgang als een begrafenisondernemer met een kater").

Trouwe lezers van de buitenlandpagina's van deze krant zullen in de tweede helft weinig nieuwe informatie vinden. Pelton heeft soms de neiging de gecompliceerde verhoudingen en geschiedenis van conflicthaarden terug te brengen tot wel heel simpele bad guy retoriek. Vaak overdrijft hij de gevaren. Een land als Soedan bijvoorbeeld is weliswaar al jaren in een burgeroorlog verwikkeld, maar is buiten de directe oorlogsgebieden veilig. Westerlingen worden buitengewoon gastvrij onthaald. Pelton echter meent dat heel Soedan gevaarlijk is en omschrijft Soedanezen als haatdragende, antiwesterse fanatiekelingen. Maar dat zijn slechts wat terzijdes. Al met al is DP redelijk accuraat en het is zonder meer fascinerend om actuele informatie over alle nare plaatsen van de wereld in een handzaam boek bij elkaar te hebben. Tegelijkertijd openbaart hier zich een probleem dat inherent is aan alle reisgidsen, maar vooral deze. Ze zijn snel gedateerd. Aangezien de gebieden die hier figuren zo instabiel zijn, de situatie ter plekke zo snel verandert, kan het niet anders dan dat het boek zodra het uitkomt alweer achterhaald is. Het hoofdstuk over Irak bijvoorbeeld kan zo in de prullenbak. De Lonely Planet boeken zijn geen reisgidsen voor leunstoelreizigers. De kracht is de praktische informatie die slechts bruikbaar is als je ter plekke bent. DP daarentegen wordt, vermoed ik, voor negentig procent gelezen door mensen die nooit een voet in een gevaarlijk land zullen zetten. De kracht van DP zit hem erin dat het allereerst een zeer onderhoudend en smakelijk geschreven boek is. DP is veel meer een kruising van schelmenroman, bizarre encyclopedie, reisverhaal en geschiedenisboek dan een reisgids.

Voor mensen die wel eens iets spannends willen beleven tijdens de vakantie maar nou niet direct de loop van AK-47 op hun buik gericht willen zien, zou je denken dat een boek met de titel Adventure Travel in the Third World uitkomst zou moeten bieden. Niks is helaas minder waar. Dit boek is voorzien van een voorwoord van Robert Young Pelton en daarmee heb je meteen het beste deel van het hele boek gehad. In een elegant mini-essay weet hij de lezer te overtuigen dat je niet hebt geleefd als je niet een keer met een mes tussen je tanden door de jungle van Zuid-Amerika hebt rondgedwaald. Helaas weten auteurs Jeff Randall en Mike Perrin dat aanvankelijke gevoel van opwinding grondig om zeep te helpen. Na lezing van dit boek weet je weer precies waarom je nooit Rambo-tje hebt gespeeld en dat ook nooit zal doen. De foto's in het boek zeggen eigenlijk al genoeg: mannen van middelbare leeftijd met snorren, buikjes en de onvermijdelijke camouflage outfits. Veel geklets over hoe je fikkie moet stoken maar niks over de politiek, sociologie of cultuur van de Derde Wereld. Het probleem van dit boek is vooral de misleidende titel. Want de Derde Wereld staat voor deze auteurs gelijk aan Zuid-Amerika. En Zuid-Amerika weer gelijk aan de jungle. Ze weten alles van gevaarlijke uitziende messen, insectenbeten en 'threat response planning' maar niks over het dagelijks leven van de inwoners van de landen die ze bezoeken. Avontuur bestaat voor deze mensen uit niks meer dan met een kano door de Amazone peddelen.

Jeroen van Bergeijk

Robert Young Pelton's The World's Most Dangerous Places
5th Edition
HarperCollins
ISBN 0-06-001160-2

Adventure Travel in the Third World
Jeff Randall en Mike Perrin
Paladin Press
ISBN 1-58160-381-9

 
click for larger picture

  home
  wat is dit
  archief
  foto's
  webcam
  zoeken
  e-mail

  what's this
  articles
  snapshots
  search


en verder

  homepage 1.0
  boeken

  ©