THE TRUMAN SHOW
A new town with old ways Seaside, Florida is te mooi om waar te zijn
{VPRO Gids, nov, 1998}
Lelijk, monotoon en levenloos, zo staan Amerikaanse suburbs meestal te kijk en te boek. Architect Robert Davis wilde aantonen dat een buitenwijk ook zó kon worden ingericht dat de bewoners daadwerkelijk een leefgemeenschap zouden kunnen vormen. Aan de kust van Florida ontwierp hij het dorpje Seaside, door velen - onder wie Prins Charles - verwelkomd als het schoolvoorbeeld van New Urbanism. Peter Weirs satirische speelfilm The Truman Show is weliswaar in Seaside opgenomen, maar heeft geen boodschap aan de verheven bedoelingen van projectontwikkelaar Davis. Jeroen van Bergeijk huurde er een gifgroen vakantiehuisje en stelde vast dat Davis’ ideeën er slechts mondjesmaat zijn verwezenlijkt.
De film The Truman Show verhaalt van het alledaagse bestaan van de opgeruimde, enigszins maffe maar door en door degelijke Truman Burbank. Truman (een uitstekende rol van komiek Jim Carrey, die hiermee voor het eerst overtuigend aantoont dat hij nog iets anders kan dan gekke bekken trekken) woont in Seahaven, een dorp dat zowel extreem burgerlijk als onbestaanbaar paradijselijk is. De huizen zijn er geverfd in liefelijke pasteltinten en de tuintjes afgezet met keurige, witte hekjes. De zon schijnt er altijd en de mensen zijn er vriendelijk, al praten ze alsof ze teveel televisiereclames hebben gezien. Truman lijkt een tevreden mens: hij heeft een aantrekkelijke echtgenote, een mooi huis en een prima baan. Maar dan wordt zijn rustige leventje opgeschrikt door vreemde gebeurtenissen: Een grote belichtingslamp valt zomaar uit de hemel, op zijn autoradio vangt hij berichten op die uitsluitend op hem van toepassing lijken te zijn, als het regent wordt alleen hij nat en als hij zijn trouwfoto nog eens goed bestudeert ziet hij dat zijn vrouw haar vingers gekruist houdt. De toeschouwer heeft tegen die tijd al lang door dat Trumans leven onderwerp is van een soap opera die sinds zijn geboorte 24 uur per dag over de hele wereld wordt uitgezonden: The Truman Show.
Deze extreme vorm van reality tv wordt opgenomen in ‘de grootste televisiestudio ooit gebouwd’ waar vijfduizend camera’s elke seconde van Trumans leven in beeld brengen. Het meest verbazingwekkende aan de satire The Truman Show is misschien nog wel dat deze televisiestudio echt bestaat: Het Seahaven uit de film is in werkelijkheid het vakantiedorp Seaside in Florida. Aanvankelijk wilde regisseur Peter Weir (eerder verantwoordelijk voor onder meer Dead Poets Society en Fearless) daadwerkelijk een televisieset bouwen voor zijn film, maar toen hij door een assistent op het bestaan van Seaside werd gewezen en een bezoekje aan het dorpje bracht, bleek dat niet nodig. ‘Seaside zag er uit alsof het voor The Truman Show was gebouwd’, aldus de regisseur.
Als je door de keurige straatjes van het vakantiedorp Seaside wandelt, met zijn pastelkleurige houten huizen die namen dragen als ‘Idyll By The Sea’ of ‘Happy Days’, is het niet moeilijk voor te stellen waarom regisseur Peter Weir zo onder de indruk was van Seaside. Het dorp ziet er net een beetje te schilderachtig uit, het is net iets te perfect, te schoon, te bedacht. Het ademt kortom een wat surreële sfeer, zonder echt absurd te zijn. En dat was precies wat Weir voor deze film nodig had. Seaside ligt aan de Golf van Mexico in Florida, maar de sfeer en mentaliteit van dit deel van de ‘Sunshine State’ vertoont meer overeenkomsten met die van naburige, enigszins achtergebleven staten als Alabama en Mississippi dan met bekende Floridase vakantieoorden als Miami of Orlando. Langs de doorgaande weg naar Seaside staan dure, smakeloze vakantievilla’s op een steenworp afstand van armoedige trailerparks. Je ziet hier glimmende Cabriolet Mercedessen rijden, maar ook roestige pick-up trucks met bumperstickers waarop teksten als ‘I Fear The Government That Fears My Gun’ staan vermeld. En temidden van deze troosteloze omgeving doemt dan plotseling Seaside op, een zogeheten ‘planned community’, dat Time omschreef als ‘het meest verbazingwekkende ontwerpsucces van dit decennium’ en dat Newsweek nota bene ‘de meest invloedrijke vakantiegemeenschap sinds Versailles’ noemde.
Seaside is het geesteskind van onroerendgoedontwikkelaar en architect Robert Davis. In 1982 erfde hij van zijn grootvader een stuk grond van 23 hectare pal aan de Golf van Mexico en besloot tot een experiment. Davis was namelijk bijzonder ontevreden met de manier waarop in Amerika nieuwe (buiten)wijken worden gebouwd. In de typische Amerikaanse suburb bestaat geen enkel direct contact tussen de bewoners: er zijn geen buurtwinkels, de auto is er koning (en dus loopt niemand over straat) en doordat de huizen ver van elkaar staan zie je je buren nooit. Davis wilde met Seaside aantonen dat het ook anders kon. Niet alleen wilde hij de in onbruik geraakte traditionele bouwstijl van Florida - houten huizen met veel ramen en een enorme veranda - nieuw leven in blazen, hij wilde in Seaside ook het gevoel van een 19de-eeuws Amerikaans dorp weer tot leven wekken. Daartoe stelde hij samen met het architectenechtpaar Andres Duany en Elizabeth Plater-Zyberk voor Seaside een stratenplan en zeer strikte bouwvoorschriften op. Het werd ‘a new town with old ways’, zoals de reclameslogan voor het dorp luidt.
Seaside is gebouwd rond een centraal plein, op niet meer dan vijf minuten lopen van elk van de driehonderd huizen in het dorp. Aan het plein vind je een kruidenierswinkel, een postkantoor, een café, het gemeentehuis. Oftewel, de belangrijkste voorzieningen van het dorp. Waar in het overgrote deel van Florida het strand semi-geprivatiseerd is en het water vanaf de openbare weg niet toegankelijk is, komt in Seaside elke straat op het strand uit. De waterkant is hier nog echte openbare ruimte. De huizen zijn in Seaside dicht op elkaar gebouwd, de afstand tussen twee panden bedraagt doorgaans niet meer dan een paar meter. Alhoewel de huizen een zeer verschillend voorkomen hebben, moeten ze aan een aantal uniforme eisen voldoen. Zo moeten ze bijvoorbeeld van hout zijn gemaakt en aan de voorkant een veranda hebben. De tuin moet worden afgebakend met een wit houten hekje en het patroon van dat hek mag niet hetzelfde zijn als dat van de buren. En voor de tuin tenslotte, geldt dat die moet bestaan uit inheemse flora en een gazon dus uit den boze is. Vooral dat laatste was voor vele potentiële kopers moeilijk te verteren: het gras maaien is zo’n beetje het nationale tijdverdrijf op zaterdagmiddag (een aardig detail is dat Weir vond dat de doorsnee Amerikaan Truman Burbank per se een gazon moest hebben, en dus werd speciaal voor de film een grasmat neergelegd achter Trumans woning).
Ruim zestien jaar later hebben Davis’ ideeën niet alleen een dorpje opgeleverd dat Amerikaanse toeristen steevast ‘so cute’ noemen en Europeanen als pittoresk zouden omschrijven, ze zijn ook de aanleiding geweest voor een heuse beweging in de stedenbouw en architectuur: New Urbanism, een stroming die in Europa bekendheid heeft gekregen door Prins Charles, die bij een bezoek, enkele jaren geleden, zeer over Seaside te spreken was en het als een van de voorbeelden van moderne stedebouw beschouwt. Maar wat wilde Davis nu eigenlijk met Seaside bewijzen? Niet dat hij een lieflijk dorpje kon bouwen dat op de cover van tijdschriften als Vogue, Architectural Record, House & Garden, Home en Organic Gardening zou komen te prijken. Nee, wat Davis met zijn uitgedachte dorpje wilde bereiken was niks minder dan een gevoel van gemeenschap terugbrengen in het Amerikaanse dorp. Het gevoel van vervreemding dat kenmerkend is voor de suburbs, moest worden bestreden. In Seaside zouden bewoners op hun veranda gaan zitten en een babbeltje maken met de buren die over straat wandelen of over hun tuinhek hangen. De smalle straten werden zo ingericht dat het gebruik van de automobiel werd ontmoedigd. Het klinkt voor ons Europeanen misschien niet hemelschokkend, maar voor Amerikanen die zijn opgegroeid in de buitenwijken is het idee achter Seaside niets minder dan revolutionair.
Gezien de nadruk die Davis legt op traditie, authentieke bouwmethodes, gemeenschapsgevoel en gezelligheid is het welbeschouwd vreemd dat hij toestemming heeft gegeven om juist deze film in zijn dorp op te nemen. The Truman Show schetst tenslotte - impliciet - geen al te positief beeld van het dorpje: het is een filmset, een namaakomgeving bevolkt door acteurs, een plek waar de bewoners ondanks hun ogenschijnlijke vriendelijkheid niet te vertrouwen zijn. Kortom, precies het tegenovergestelde van wat Davis wil uitdragen. ‘Veel mensen hebben me gezegd dat ik een grote vergissing heb begaan. Maar ik denk dat het wel meevalt’, meldt Davis per telefoon vanuit zijn woonplaats San Francisco. ‘De film geeft Seaside meer naamsbekendheid en hopelijk komen mensen kijken hoe het er hier echt aan toe gaat. Bovendien hebben we met het geld dat we van de productiemaatschappij hebben gekregen een school gebouwd en hebben veel huiseigenaren hun panden kunnen opknappen. Het is heel makkelijk om Seahaven te verwarren met Seaside, maar ik denk toch dat de meeste mensen wel onderscheid kunnen maken tussen die twee. Net zoals mensen onderscheid kunnen maken tussen de sympathieke acteur Ed Harris en het egotistische personage dat hij in deze film speelt. Seahaven is veel idyllischer, cleaner en buitenissiger dan Seaside. Je moet niet vergeten dat voor deze film het gras groen is geverfd en de straten met speciale machines zijn geboend. Er zijn decors gebouwd en zelfs de blaadjes van sommige bomen zijn gewassen om ze maar zo fris mogelijk te laten lijken. Voor iedereen die hier rondloopt is het snel duidelijk dat Seaside verschilt van Seahaven.’
Kunstenares Cara Roy denkt daar duidelijk anders over. ‘Het is net of je na sluitingstijd door Disney World mag rennen, of je op een verlaten filmset woont’, zo omschrijft ze de ervaring van het wonen in Seaside. Roy exploiteert een galerie in Seaside maar een huis kan ze hier niet betalen. Gedurende één maand per jaar echter mag ze op de woning van een goede klant passen. ‘Dan leef ik helemaal op, het is hier heerlijk rustig. Je komt hier geen mens tegen.’ Een praatje met de buren maakt ze nooit, boodschappen doet ze met de auto in een grote supermarkt een paar kilometer verderop. Natuurlijk laat ik me door Roy niet ontmoedigen. Tegen het vallen van de avond begin ik aan een wandelingetje om zelf eens te kijken hoe de sfeer op straat is. Misschien ligt het aan de temperatuur (35 graden) of de vochtigheidsgraad (88 procent), maar al snel wordt duidelijk dat er helemaal niemand op zijn veranda zit. De veranda’s liggen er uitdagend bij, maar iedereen zit binnen. Voor de televisie, te oordelen naar het blauwe schijnsel dat door de ramen valt. Geen gezelligheid, geen ‘gemeenschap’. Dan maar naar het café. Naast enkele restaurants is Seaside één café rijk: de Fermentation Wine Bar. Uitbater Ed Fleckenstein kan het rustig aan doen vanavond: Ik ben de enige klant. Ed verzekert me echter dat het in het seizoen een stuk drukker is. Hij zegt in ieder geval over gebrek aan klanten niet te klagen te hebben. Maar om negen uur sta ik op straat. Door de donkere, stille straten spoed ik me naar mijn gifgroen geverfde vakantiehuisje. Er is geen mens op straat.
De enige plek in Seaside waar je een beetje het gevoel van een dorp hebt, is in de plaatselijke kruidenierswinkel, of eigenlijk delicatessenwinkel, waar bewoners en toeristen ’s ochtends bij een kopje koffie staan te kletsen. De winkel wordt bestierd door het sympathieke echtpaar Modica. ‘Ik dacht, die man is gek’, vertelt de 70-jarige Mr. Modica lachend als ik hem vraag naar zijn eerste indrukken van Robert Davis. Modica, die in de naburige staat Alabama een supermarkt had, wilde in Florida van zijn pensioen gaan genieten. Hij zag niks zag in Davis’ exotische plannen, maar zijn echtgenote dacht daar anders over. ‘Toen we hier voor het eerst kwamen was er slechts één huisje, dat van Mr. Davis. Hij zat daar op een schommelstoel op zijn veranda met zijn hond op schoot te vertellen hoe geweldig Seaside zou worden’, aldus Mrs Modica. Davis’ ideeën spraken haar wel aan, maar ze zag vooral in wat Seaside zou gaan worden: een uitstekende investment opportunity. En daar kreeg ze gelijk in: terwijl begin jaren tachtig een stukje grond in Seaside voor twaalfduizend dollar van de hand ging, moeten de meeste huizen nu tussen een half - en driekwart miljoen dollar opbrengen. Enfin, het echtpaar Modica was een van de eersten die in Seaside een huis lieten bouwen en ze behoren vandaag de dag tot de weinigen die er het hele jaar door wonen. En daarmee is precies de vinger op de zere plek gelegd. Anders dan Davis had gehoopt, is Seaside geen gezellig dorp geworden waar je je buren kent en een praatje maakt met de sigarenboer, maar een exclusief vakantiedorpje, een postmodern Sporthuis Centrum waar nog geen tien procent van de huizen permanent wordt bewoond. De rest wordt verhuurd aan welgestelde toeristen (de huur voor een vakantiehuisje varieert van 1000 tot 4000 dollar per week). De vraag is dan ook: is Seaside aan zijn eigen succes ten onder gegaan? Davis: ‘Als je bedoelt dat Seaside een heel duur vakantiedorp is geworden, dan heb je gelijk. Ons is een beetje opgebroken dat we door de pers de hemel in zijn geprezen. Seaside was het voorbeeld van hoe we in Amerika met het plannen van steden zouden moeten omgaan. In Seaside zou alles beter worden. Dat was zo’n beetje de strekking van veel artikelen. Maar ik heb zulke hoogdravende idealen nooit gehad. Ik wilde alleen maar een badplaats bouwen waarover was nagedacht. Ik vind het wel jammer dat de meeste bewoners hier niet permanent zijn komen wonen, maar wellicht verandert dat als ze ouder worden. Maar dat Seaside een vakantiedorp is geworden heeft ook goede kanten: Mensen kunnen voor een paar dagen naar Seaside komen en zelf een indruk krijgen hoe het is om in een echt dorp te wonen. Dus in die zin vind ik Seaside heel geslaagd. Maar eerlijk gezegd heb ik me wel verbaasd dat Seaside zo hip en chic is geworden, en ja, ik betreur het wel enigszins dat het daardoor voor veel mensen niet betaalbaar is om hier hun vakantie door te brengen.’
© Jeroen van Bergeijk
|